Locomotieven-database
Openen
Bewerken van de database en gebruik maken van de test functies gaan door in het hoofdscherm te kiezen voor Bestand->Locomotieven->Bewerken
Overzicht
De database is eenvoudig van opbouw, en het scherm bestaat uit:
- [1] de database records (enkel lezen)
- [2] de invulbare velden
- [3] een testzone
De eerste 6 velden zijn van belang voor schermweergave en automatisch rijden, de andere, alsook de foto, zijn informatief.
1. Details bekijken
Detail velden zijn:
- Locomotief nummer
- Minimale snelheid: waarde waarbij de loc juist rijdt, en is 1% op de speedbar.
- Maximale snelheid: waarde waarbij de loc zijn maximale snelheid heeft relatief tot alle andere, en is 100% op de speedbar.
- Stap: dit is de versnelling/vertraging per tijdseenheid, om met oudere decoders een soepele beweging te kunnen maken.
- Actief: bepaalt of de loc bij het starten van het programma op het scherm staat.
- Lengte: bepaalt "kort" of een loc vroeg aan een sein moet stoppen (vb. perron), "normaal", of "lang" als een trein eventueel twee blokken omvat.
2. Details aanpassen
In deze zone kan men de gegevens aanpassen, tevens ook de functies zetten. De functies kunnen als symbolische naam ingegeven worden.
Het programma houdt zelf bij wat waar moet komen, waardoor men een symbolische naam maar één keer moet ingeven.
Alhoewel een uitbreiding voor 16 functies voorzien is, worden er slechts 8 gebruikt, namelijk 4 op de gekozen decoder en 4 op de volgende decoder.
3. Test-zone
Om met een eenvoudig (draadloos) toetsenbord mogelijk te maken de minimale en maximale snelheid te testen, kan met een locomotief gereden worden door de "Key" toets in the drukken.
Bij het selecteren van de locomotief zal deze zijn lichten aandoen.
Met [S]lower en [F]aster kan de m[I]nimale of m[A]ximale snelheid worden geregeld. Met spatiebalk [ ] stopt de locomotief.
De vinkjes voor "kontact" en "blok" kan men activeren, dan wordt tevens het kontact en blok waar de locomotief over gaat weergegeven.